Aanleiding
De ouderenzorg verandert. Ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig in hun woning blijven functioneren en staan tot op hoge leeftijd nog actief in het leven. Tegelijkertijd zien we een ontwikkeling dat er steeds minder werkenden zijn ten opzichte van het aantal ouderen. Het aantal werknemers in de zorg en ook het aantal mantelzorgers nemen af. De combinatie van deze twee gegevens vormt de aanleiding voor het programma Langer Actief Thuis: ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig in hun woning blijven functioneren en we hebben onvoldoende zorgmedewerkers om de zorg te blijven leveren zoals we altijd deden.
Doel
Langer Actief Thuis (LAT) is erop gericht ouderen zo lang mogelijk zelfstandig in hun woning te laten functioneren. Wanneer er sprake is van een hulpvraag voor professionele zorg worden ouderen in eerste instantie in maximaal 12 weken begeleid om activiteiten weer zelfstandig uit te kunnen voeren. Aan het eind van deze periode wordt een indicatie voor professionele zorg gesteld.
Aanpak
Het programma LAT bevat een interdisciplinaire werkwijze, waarbij ouderen die zich aanmelden voor wijkverpleging in maximaal 12 weken door de wijkverpleging, een fysiotherapeut en een ergotherapeut worden begeleid naar maximale zelfstandigheid. Hierbij wordt uit gegaan van door de cliënt zelf geformuleerde doelen bij de start van LAT. In de begeleiding wordt door alle disciplines gewerkt aan deze doelen met de cliënt volgens een gezamenlijk met de cliënt vastgestelde manier van begeleiden. Elke discipline begeleidt de cliënt bij de activiteiten waar hij zelfstandig in wil worden op dezelfde manier met als doel dat de cliënt een nieuwe manier van handelen kan aanleren en zelfvertrouwen hierin kan krijgen. Na het doorlopen van het programma LAT wordt de indicatie voor wijkverpleging gesteld voor de activiteiten waarbij iemand dan nog hulp nodig heeft.
Behaalde resultaten in 2022
Jaardoelen
Acties en beoogde resultaten 2023
Acties Beoogde resultaten Het effectiviteitsonderzoek naar LAT wordt afgerond. Inzichtelijk wordt wat het verschil is in zorgtijd tussen de start van LAT en het einde van het traject ten
opzichte van “gewone zorg”.
Inzichtelijk wordt het verschil in ervaren zelfredzaamheid tussen cliënten die LAT hebben doorlopen en
cliënten die “gewone zorg” hebben ontvangen.Verdere implementatie vindt plaats bij meer teams bij de deelnemende organisaties. Per organisatie in de regio West- en Midden-Brabant werken meerdere wijkteams met LAT. Het aantal wijkteams
wordt per organisatie bepaald.LAT wordt bij de deelnemende organisaties verder doorontwikkeld aan de hand van de ervaringen van
uitvoerende professionals, cliënten en management.LAT wordt verder doorontwikkeld tot een zo effectief mogelijke werkwijze die uitvoerbaar is binnen alle
wijkteams.In Q2 van 2023 wordt een regionale bijeenkomst georganiseerd voor uitvoerende medewerkers in LAT en
bestuurders/ management.Tussen organisaties worden ervaringen uitgewisseld over LAT om gezamenlijk te komen tot een zo effectief en
uitvoerbaar mogelijke werkwijze.Op basis van behaalde resultaten wordt samen met bestuurders en andere stakeholders gezocht naar een
structurele vorm van financiering van LAT vanaf 2024.Vanaf 2024 wordt LAT niet meer bekostigd vanuit de regionale middelen, maar vanuit een structurele vorm van
financiering.
Deelnemende organisaties: Mijzo, Thebe, De Wever, De Leyhoeve, Het Laar, Sint-Franciscus, Maria-oord, Maaswaarden, Zorggroep Elde Maasduinen.
Meer info en contact
Elly Branderhorst, projectleider LAT: elly.branderhorst@mijzo.nl
Marieke Caron, regionale implementatiecoach: Marieke.caron@mijzo.nl
Tommie Niessen ging op verzoek van VGZ in gesprek met Elly Branderhorst over reablement. Luister de podcast op Spotify of bekijk het interview op YouTube.
Ervaring cliënt: “Ik kan nu weer zelf bepalen wanneer ik onder de douche ga. Dat is een stuk zelfstandigheid en vrijheid dat ik teruggekregen heb.”